
Inhoudstafel
- Wat als mijn site verontreinigd is of mogelijk verontreinigd is?
- Wat moet men voor het begin van de werken doen tegen de risico's van verontreiniging?
- Welke maatregelen moet men op de bouwplaats nemen om de verontreiniging te beperken?
- Hoe moeten het afvalwater en het afvloeiingswater worden behandeld?
- Hoe om te gaan met accidentele verontreiniging?
- Wat soorten behandeling zijn er in het geval van bodemverontreiniging?
- Meer weten
Wat als mijn site verontreinigd is of mogelijk verontreinigd is?
Zie voor meer informatie het dossier | Behandeling van verontreinigde bodems
Wat moet men voor het begin van de werken doen tegen de risico's van verontreiniging?
Door vóór het begin van de werken de risico's van verontreiniging te onderzoeken, kan men anticiperen op mogelijke problemen en zo de impact op het milieu en op het vlotte verloop van het project beperken.
In de ontwerpfase
Stel de volgende vragen:
- Welke regelgeving is van toepassing? Moet ik een effectenstudie van het project uitvoeren?
- Welke activiteiten zijn verboden? Op de site ingraven, sluikstorten, vervuilende lozingen in het rioleringsnet enz.;
- Hoe kwetsbaar is het terrein en wat zijn de risicozones?
- Kan men een lozingsplan toepassen? Of een drainageplan voor (schoon) afvloeiend water, om te voorkomen dat dit zich vermengt met verontreinigd afvalwater, zodat de hoeveelheid te behandelen water zou toenemen?
- Promoot het project minder vervuilende alternatieven (a.d.h.v een label, voorkeur aan plantaardige in plaats van minerale ontkistingsolie enz.)?
- Stellen de aannemers adequate sanitaire voorzieningen ter beschikking voor de werknemers?
- Zijn er opleidingen voorzien over de aspecten van plaatselijke verontreiniging ter plaatse (herkenning van risico's, behandeling en overdracht van gevaarlijke producten, reiniging van gereedschap en uitrustingen, te nemen maatregelen in het geval van accidentele verontreiniging)?
- Omvat het inrichtingsplan van de bouwplaats aspecten in verband met de verontreiniging (afvalwater, kwetsbare zones enz.)?
Bovendien moeten tijdens deze ontwerpfase de keuzes in het eisenprogramma worden opgenomen om ervoor te zorgen dat ze daadwerkelijk door de aannemer worden toegepast.
Het opstellenvan een tijdschema, rekening houdend met de corrigerende maatregelen die in het kader van de bodemprocedure zijn voorzien (sanering, risicobeheer en gebruiksbeperkingen) of de gekozen preventieve maatregelen, wordt bij voorkeur besproken in een geïntegreerd ontwerpproces waarbij alle belanghebbenden van het project transversaal betrokken zijn.
Voorafgaand aan de werken
Voorafgaand aan de werken zorgt de milieucoördinator of de projectpersoon die diens taken heeft overgenomen, ervoor dat de punten die tijdens de ontwerpfase zijn besproken, goed worden uitgevoerd en begrepen worden door de aannemer. Op de bouwplaats behoudt deze persoon deze rol en zorgt hij of zij voor het toezicht en de controle op de elementen die de verontreiniging op de bouwplaats kunnen beperken.
Welke maatregelen moet men op de bouwplaats nemen om de verontreiniging te beperken?
Het project past de aanbevelingen van de milieuverklaring toe die de gemeente heeft ontvangen indien de bouwplaats onderworpen is aan een aangifte.
Bovendien moet men in het algemeen de volgende maatregelen nemen om de verontreiniging van de bodem, de ondergrond en het water op de bouwplaats te beperken:
de productlabels en veiligheidsinformatiebladen van alle producten, met name die welke gevaarlijk zijn voor het milieu (vermelding van de letter "H"), moeten permanent ter plaatse beschikbaar zijn;
Deze veiligheidsinformatiebladen identificeren in het bijzonder:
- de samenstelling van het product;
- de gevaren voor de menselijke gezondheid en het milieu;
- de voorzorgsmaatregelen voor de opslag;
- de te treffen maatregelen indien een product per ongeluk vrij komt;
- en ecologische informatie, zoals het mogelijke effect, het gedrag en de ecologische evolutie van het product in de lucht, het water en/of de bodem.
- verbieden dat producten tussen containers worden overgebracht;
opslagzones inrichten voor gevaarlijke producten (koolwaterstoffen, smeeroliën, hydraulische vloeistoffen enz.):
- een bescherming aanbrengen om de zone ondoordringbaar te maken: opvangbak, inkuiping enz. waarvan de capaciteit alle opgeslagen volumes omvat, plus een veiligheidsmarge;
- gebruikmaken van opslagtanks die zijn aangepast aan de opgeslagen inhoud: dubbelwandige tanks uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem, tanks die niet kunnen overlopen enz.;
- adequate afbakening van de opslagzones;
- alle eventuele met ontvettingsmiddel vervuilde doeken in gesloten en verzegelde vaten bewaren;
- de opslagzones in de open lucht beschermen met een fysieke bescherming en een bescherming tegen zon en regen;
- ondoordringbareopvangoppervlakken creëren op de plekken waar gevaarlijke producten worden gebruikt;
- olieverversing van voertuigen en apparatuur ter plaatse verbieden;
- saneringskits voorzien op verschillende locaties op de bouwplaats en in de voertuigen op de bouwplaats. Zie volgende sectie: "Hoe om te gaan met accidentele verontreiniging";
- technieken gebruiken om het gebruik van water te vermijden: droog reinigen, gebruik van absorberende producten enz.;
- een nette en regelmatig gereinigde bouwplaats onderhouden;
- de gevolgen van de bouwplaats voor de biodiversiteit beperken, met name wat betreft de verontreiniging door invasieve planten;
- enz.
Hoe moeten het afvalwater en het afvloeiingswater worden behandeld?
De voorzieningen voor de behandeling van het afvalwater en het afvloeiende water zijn afhankelijk van het soort afvalwater:
voor vervuilend afvalwater dat ter plaatse kan worden behandeld (water met deeltjes, zand, klei, cement enz.), moeten voorzieningen worden getroffen:
- opvang en behandeling, door middel van klaartoestel, slibvanger waardoor een belangrijk deel van de dichte vaste en minerale deeltjes wordt vastgehouden;
- kwaliteitscontrole van het geloosde water;
voor vervuilend afvalwater dat NIET op de bouwplaats kan worden behandeld, moeten er voorzieningen worden getroffen:
- opvang (ondoordringbare retentiegoten enz.);
- overbrenging, door erkende bedrijven, aan gespecialiseerde verwerkingsbedrijven;
voor afvloeiend water moet worden voorzien in permanente voorzieningen, zoals:
- adequate afvoersystemen om infiltratie tot een minimum te beperken en te controleren;
- aanplantingen op zones die gevoelig zijn voor afvloeiing, of plaatsing van stromatten en jutedoek.
Hoe om te gaan met accidentele verontreiniging?
Om te weten hoe men verontreiniging die per ongeluk op de bouwplaats ontstaat kan beheren, wordt voor de start van de bouwplaats een procedure voor de preventie van accidentele verontreiniging opgezet, met de volgende sleutelwoorden: beschermen, voorkomen, behandelen, melden.
Bovendien wordt het personeel op de bouwplaats vooraf opgeleid in deze procedure en in de juiste acties die moeten worden ondernomen.
Concreet betekent dit dat bij een ongeval, om zo snel mogelijk te kunnen reageren, er permanent een saneringskit ter plaatse beschikbaar moet zijn om de bron van de verontreiniging zo goed mogelijk in te dammen. Deze kits bevatten meestal absorberende producten. In de vorm van zaagsel, folie, matten, kussens enz. Deze producten beschermen de bodem in het geval van een koolwaterstoflek. Er zijn ook absorberende poeders beschikbaar om in te grijpen op verontreinigde bodems en bijna alle verontreiniging op te vangen. Deze kits bevatten ook opblaasbare buizen om olie op het wateroppervlak in te sluiten, evenals beschermingsmiddelen voor de gebruikers.
Indien het project ondanks deze maatregelen bodemverontreiniging vreest, is het raadzaam om contact op te nemen met een erkende deskundige op het gebied van bodemverontreiniging en te Leefmilieu Brussel te waarschuwen via het formulier “Ontdekking van een bodemverontreiniging ".
Wat soorten behandeling zijn er in het geval van bodemverontreiniging?
Meer informatie vindt u op de pagina | Verontreinigde bodems behandelen.
Bovendien heeft Leefmilieu Brussel een instrument ontwikkeld dat het mogelijk maakt om de mogelijkheden van een efficiënte energieproductie in het geval van een bouwproject te bestuderen en tegelijkertijd een vervuilde site te behandelen.
Meer weten
In de Gids
Voor meer informatie in verband met dit onderwerp:
- Dossier | Beheer van het regenwater op het perceel
- Dossier | Het afvalwaterbeheer op het perceel verbeteren (bezinkingsvoorzieningen)
Andere hulpmiddelen, publicaties van Leefmilieu Brussel
Website van Leefmilieu Brussel,
- Breels, S. (MATRIciel)(2015), Duurzaam werfbeheer – Bodembescherming, Opleiding Duurzaam Bouwen, Leefmilieu Brussel
- Hovertin, M., Duurzaam werfbeheer - Hinder en impact van de werf op het vlak van water en lucht, Opleiding Duurzaam Bouwen, Leefmilieu Brussel
Websites
- Site met goede milieupraktijken bij openbare werken ontwikkeld door de Fédération Nationale des Travaux Publics (FR)
Bibliografie
- BRE, BREEAM International New Construction 2013 – Technical Manual – Issue Man 02 Responsible construction practices (checklist A1) + Issue Man 03 Construction site impacts
- CERTIVEA (2015), Certification HQE, Guide pratique du référentiel pour la Qualité Environnementale des Bâtiments – Bâtiments tertiaires (Cible 3.2 Limitation des nuisances et des pollutions sur le chantier), Certivea, Parijs (FR)
- CCI Nouvelle-Calédonie (2012) “Démarche Chantier Vert et Préconisations techniques” (FR)
Reglementeringen
- Lijst van geldende "bodem"-wetgeving
- Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems, gewijzigd door de ordonnantie van 23 juni 2017
- Ordonnantie van 5 juni 2007 betreffende de milieuvergunningen
- Koninklijk besluit van 3 augustus 1976 houdende algemeen reglement voor het lozen van afvalwater in de gewone oppervlaktewateren, in de openbare riolen en in de kunstmatige afvoerwegen voor regenwater
- Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en de uitvoeringsbesluiten ervan
- Koninklijk besluit van 21 april 1976 tot reglementering van het gebruik van grondwater
- Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen
- Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV), goedgekeurd door de Brusselse Regering op 21 november 2006